vorige opera      volgende opera


Theodora
(1750)

George Frideric Handel (1685-1759)
libretto Thomas Morell


Glyndebourne
1996

Orchestra of the Age of Enlightment olv William Christie
Regie Peter Sellars







     
 



bestellen cd/dvd










Valens, gouverneur van Antiochië
Didymus, Romeinse soldaat, verliefd op Theodora
Septimius, Romeinse soldaat, vriend van Didymus
Theodora, een adellijke christen
Irene, christen, vriendin van Theodora
Messenger, boodschapper

Frode Olsen

David Daniels

Richard Croft

Dawn Upshaw

Lorraine Hunt Lieberson

Michael Hart/Davis

















Achtergrond

Handel schreef Theodora toen hij 64 jaar was. Het verschilt van eerdere oratoria, omdat het een tragedie is die eindigt met de dood van de heldin en haar minnaar. Het is het enige dramatisch oratorium van Handel in het Engels over een christelijke onderwerp.

De librettist Thomas Morell (1703-1784) had met Handel aan verschillende oratoria gewerkt. Ze waren goede vrienden. De bron voor het libretto was het boek 'De martelaarschap van Theodora en Didymus' (1687) door Robert Boyle, een prominente wetenschapper en theoloog. Hij had het thema geleend van Corneilles 'Théodore, Vierge et Martyre'.

 

Muzikale karakterisering

Het oratorium is georkestreerd voor 2 secties met violen, altviolen, cello's, contrabassen, 2 fluiten, 2 hobo's, 2 fagotten, 1 contrafagot, 2 hoorns, 2 trompetten, pauken, klavecimbel en orgel. Een klavecimbel en cello spelen de basso continuo.

Handel schrijft de koormuziek van Romeinse heidenen, in het libretto gepresenteerd als slechteriken met leedvermaak over de marteling van de christenen, met een enorme verve en charme. Dit staat in contrast met de rustige, diepe overtuiging van de muziek voor het koor van christenen. Het koor "He saw the lovely youth", Handels meest favoriete koor dat hij ooit schreef, beschrijft Jezus´ verrijzenis uit de dood. Het begint langzaam met plechtige, chromatische figuren in mineur, maar schakelt om naar majeur als de jeugd terugkeert naar het leven en vreugdevol eindigt als de jongen weer terug is bij zijn moeder.

Het werk is opmerkelijk door de vele prachtige en stralende muziekfragmenten, maar ook door de knappe en gestileerde karakterisering door middel van de muziek.

Er zijn drie duetten. De laatste, waarin Theodora en Didymus sterven, is subliem door het bijzondere lijnenspel van de melodieën.

 

Instrumentatie

Handel gebruikt trommels, trompetten en hoorns in de Romeinse scènes. De fluiten introduceert hij in de gevangenisscène. Sommige aria´s worden licht begeleid, waardoor ze helder boven de tekst zweven.

 

Enscenering

Regisseur Peter Sellars heeft het verhaal uit het begin van de christelijke periode verplaatst naar een dictatuur van de 20e eeuw. De speelstijl is sober, de gebaren doen denken aan de speciale gestiek die in de barok werd gebruikt en bestond uit sierlijke bewegingen van de handen.

 

Synopsis


Akte 1

Het is de vierde eeuw na Christus. De Romeinse gouverneur van Antiochië in Klein-Azië, Valens, heeft het decreet uitgevaardigd dat alle onderdanen ter ere van de verjaardag van keizer Diocletianus een offer moeten brengen aan Venus, de Romeinse god van de liefde, en de Romeinse vruchtbaarheidsgodin van de lente, Flora. Dit op straffe van de dood. Septimius, een Romeinse officier, moet dit bevel ten  uitvoer brengen. Zijn vriend Didymus, die zich in het geheim heeft bekeerd tot het christendom, vraagt Valens om iedereen vrij te laten dit al of niet met zijn geweten te verantwoorden. Valens weigert dit.

Theodora, een dame van adel die zich heeft bekeerd tot het christendom, heeft zich op de verjaardag van Diocletianus terug getrokken met haar vriendin Irene en andere gelovigen. Septimius neemt haar gevangen. Ze kan echter aan de doodstraf ontsnappen door priesteres te worden in de tempel van Venus. Theodora weigert dit en verkiest de dood. Irene waarschuwt Didymus, die verliefd is op Theodora. Hij zint op een plan om zijn geliefde te bevrijden.

 

Akte 2

Het feest is in volle gang. Valens bericht Theodora dat ze door soldaten verkracht zal worden als ze niet aan het feest deelneemt. Didymus, die zijn vriend Septimius heeft verteld dat hij zich heeft bekeerd, mag Theodora in de gevangenis bezoeken. Theodora vraagt hem haar te doden, maar Didymus overreedt haar om van kleding te wisselen, zodat ze in zijn soldatenkleren kan ontsnappen.

 

Akte 3

De gelovigen vieren de terugkomst van Theodora, die zich schuldig voelt over haar vrijlating. Als ze hoort dat Didymus in haar plaats gevangen is genomen, geeft ze zich aan en biedt aan haar te doden en Didymus te sparen. Septimius vraagt Valens om clementie, maar deze beveelt dat beide de doodstraf krijgen. Didymus en Theodora zingen een duet op hun onsterfelijkheid. Het stuk sluit met het koor van christenen dat door Irene wordt geleid.