vorige opera      volgende opera


L' Orfeo
(1647)
Frans-Italiaanse opera

Luigi Rossi
libretto Francesco Butti

Opéra National de Lorraine Nancy 2016


Pygmalion
o.l.v. Raphaël Pichon
Regie/Choreografie Jetske Mijnssen







     




bestellen cd/dvd
     













 








Orfeo

Euridice

Aristeo

Venere, Proserpina

Augure, Plutone

Nutrice, Amore

Satiro

Vecchia

Endimione, Caronte

Momo

 Apollo

Judith van Wanroij

Francesca Aspromonte

Guiseppina Bridelli

Giulia Semenzato

Luigi de Donato

Ray Chenez

Renato Dolcini

Dominique Visse

Victor Torres

Marc Mauillon

David Tricou













Achtergrond

Een mythisch verhaal
Het libretto is ontleend aan het mythische verhaal van de godenzanger Orfeus zoals dat door Ovidius is opgetekend in zijn Metamorfosen. Hoewel de eerste opera's gebaseerd zijn op verhalen uit de Griekse mythologie, zijn de libretti doorgaans ontleend aan deze Romeinse schrijver.
In de oorspronkelijke mythe loopt het slecht af met Orfeus. Nadat hij Euridice voor de tweede keer heeft verloren, trekt hij zich terug en zweert de liefde af. Daarop wordt hij verscheurd door de Bacchanten en drijft zijn treurende hoofd via de rivier naar de zee. Dit kon je aan het hof van Mantua, waar Monteverdi werkte, niet tentoonspreiden. Opera's werden in die tijd alleen nog aan het hof vertoond als eerbetoon aan de vorst bij een feest of aan de bruid bij een trouwerij. Zo'n slechte afloop wilde je iemand niet toewensen. In de eerste uitvoering, die een soort try-out was, hield Monteverdi nog vast het oorspronkelijke einde. Vanaf de tweede uitvoering werd dit omgevormd tot een happy-end: Orfeus wordt door zijn vader Apollo meegenomen naar de hemel waar hij tot in eeuwigheid de beeltenis van Euridice kan aanschouwen.

 

Anders dan Monteverdi
Veertig jaar na de Orfeo van Monteverdi schreef Rossi zijn muzikale versie van dit verhaal. De invloed van Monteverdi is goed te horen, maar ook al die van Cavalli die pas echt de opera op de Europese kaart zou zetten. Rossi heeft daar wel een begin mee gemaakt, hij werd door kardinaal Mazarin uitgenodigd om als eerste een nieuwe opera te schrijven voor het Franse hof.

 

Atto Melani

Er is veel over deze opera bekend door de brieven van de castraat en hoofdrolspeler Atto Melani aan zijn broodheer Mattias de' Medici die hem had 'uitgeleend' aan de Franse koningin Anna van Oostenrijk. Aan het Franse hof ontwikkelde Melani zich van vertrouwenspersoon tot spion. Als excellent zanger had hij bijna overal toegang en wer hij naar andere hoven gestuurd om al zingend te spionneren. Het heeft hem geen windeieren gelegd.

 

 

Synopsis

Akte 1
Aristeo probeert Euridice te verleiden, hoewel zij verliefd is op Orfeo.

 

Akte 2
Als Aristeo haar achtervolgt, wordt Euridice gebeten door een slang en sterft.


Akte 3
Het lukt Orfeus om Euridice door zijn zang mee terug te nemen uit de onderwereld. Hij mag echter pas omkijken als ze weer in de wereld van de levenden zijn. En dat gaat natuurlijk mis.

 

Opera als politiek spel

Uit de brieven van Atto Melani blijkt dat er op hoog niveau een politiek spel wordt gespeeld:

- Melani's leermeester, de castraat Pasqualini, krijgt aanvankelijk de meeste aria's in de rol van Aristeo.

- Librettist Buti en componist Rossi krijgen pas een paar maanden voor de uitvoering de definitieve opdracht.

- Décorbouwer Giacomo Torelli moet de meest onmogelijke décors bouwen.

- Zangers en musici moeten naast deze opera nog een andere opera instuderen.

Dit alles in opdracht van de geslepen Mazarin die eerder op een mislukking lijkt af te stevenen dan op succes. De geld verslindende opera wekt de woede van de adel en de burgerij, wat leidt tot een opstand, de Fronde. Men vermoedt dat Mazarin hierop heeft aangestuurd om daarna de jonge Lodewijk XIV als glorieuze overwinnaar naar de absolute macht te leiden.

 

Nederlandse inbreng

De uitvoering door Pygmalion wordt voor een groot deel bepaald door de Nederlandse inbreng van Judith van Wanroij die de hoordrol zingt en regisseur Jetske Mijnssen die een eigentijdse L'Orfeo op de planken zet.