de blauwe links schakelen door naar een locatie op internet
de
groene links zijn luistervoorbeelden

1. Van polyfonie naar monodie

3. De opera verovert Europa

1650-1750

 

2. De eerste opera's
 
Europa 1700
 

Alessandro Scarlatti
1670-1725

De Italiaanse barokopera

In Italië ontwikkelde de opera zich tot een een tweedeling: het recitatief (de vertelling en de dialogen) en de aria waarin de emotie centraal stond.

 

 Alessandro Scarlatti ontwikkelde de Da Capo aria. die uit drie delen bestond (ABA): deel A waarin de gemoedstoestand werd beschreven, deel B waarin daar commentaar op wordt gegeven en een herhaling van deel A maar nu met variaties en versieringen. Vaak leidde dit tot soms fenomenale zangacrobatiek. Een goed voorbeeld is Come nave uit Siface van Nicola Antonio Porpora, geschreven door Metastasio, samen met Apostolo Zeno de grootste librettisten uit die tijd.

 

Ook de opera buffa (komische opera) die in het begin van de 18e eeuw ontstond, zou deze vorm handhaven maar dan in lichtere vorm. Giovanni Batista Pergolesi wordt gezien als de grondlegger van dit genre. Zijn La serva padrone (youtube) had veel succes en leidde in Frankrijk zelfs tot de zgn. Buffonistenstrijd.

 


Antonio Vivaldi
1678-1741

Jean-Baptiste Lully
1632-1687

De Franse barokopera

In Frankrijk ontstond de opera aan het hof van Lodewijk XIV. De uit Italië afkomstige kardinaal/staatsman Mazarin nodigde Italiaanse componisten uit. Maar de Fransen moesten niets hebben van castraten, zij prefereerden een lichte, hoge tenorstem: de haut-contre.

 

Jean-Baptiste Lully, ook uit Italië afkomstig, wist handig het hof binnen te dringen. Net als de koning was hij een goede danser. Hij schreef balletten die hij in zijn opera's verwerkte zoals in Armide. Daarmee zette hij de toon. Het zou een van de belangrijkste kenmerken worden van de Franse opera.

 

Samen met Jean-Philippe Rameau behoort hij tot de grote Franse operacomponisten uit de barok. Diens Les Indes Galantes met het bekende Les sauvages is nog steeds een lust voor het oor.

 


Jean-Philippe Rameau
1683-1764

Henry Purcell
1659-1695

De Engelse barokopera

 Ook in Engeland was de invloed van de nieuwe muziek merkbaar. Maar de toneeltraditie na William Shakespeare stond niet toe dat een toneelstuk in zijn geheel werd gezongen.

 

Net als bij de intermedii werden dans- en zangstukken gecomponeerd als opluistering tussen de akten van een toneelstuk zoals bij de  The Fairy Queen van Henry Purcell. Naast diverse semi-operas schreef hij één volledige (kamer)opera: Dido and Aeneas met het bekende When I am laid in earth, waarin heel duidelijk de dalende baslijn is te horen, sinds Cavalli eigen aan het lamento.

 

Door de vroege dood van Purcell stokte de ontwikkeling van de Engelse opera. Pas met de komst van Georg Friedrich Händel zou de opera in Engeland weer opleven. Hij zou meer dan 40 opera's schrijven met aria's als Ombra mai fu uit de opera Serse.

 


George Frideric Handel
1685-1759

Heinrich Schütz
1585-1672

 De Duitse barokopera

In Duitsland was Heinrich Schütz de eerste die in 1627 een Duitstalige opera schreef: Dafne, waarvan de muziek niet bewaard is gebleven.

 

Later waren het Reinhard Keiser en Georg Philippe Telemann die beide voor de Hamburgse opera werkten en Duitstalige opera´s schreven in de Italiaanse stijl.

 

Opvallend is dat Telemann in zijn opera Orpheus oder Die wunderbare Beständigkeit der Liebe naast Duitse ook Italiaanse en Franse teksten met muziek opneemt voor respectievelijk emotionele en pastorale scènes.

 

De eerste opera buffa (komische opera) die in Duitsland (en (Rusland) weerde opgevoerd, was Calandro van  Giovanni Alberto Ristori.

    


Georg Philippe Telemann
1681-1767

Johan Schenck
1660-1712

De Nederlandse barokopera

In Nederland werd de belangstelling voor de opera gewekt door Franse opera's van Lully die in Amsterdam werden uitgevoerd.

 

In 1686 werd de eerste Nederlands opera Zonder Spys en Wyn, Kan geen Liefde zyn met Nu mag de aarde vrolyk wezen van Johan Schenck opgevoerd.

 

Het is niet meer dan een aardige klucht, net als De Triomferende Min van Carel Hacquarts dat werd geschreven voor de Vrede van Nijmegen (1678) met een slotkoor over de vrede.

 


Carolus Haquarts
1640-1701

Juan de Hidalgo
1614-1685

De Spaanse barokopera

In Spanje kwam de opera niet echt van de grond. Hij werd pas echt geliefd toen er komische opera's in het Spaans werden geschreven: de Zarzuela (fragment). De stichter van de zarzuela was Juan de Hidalgo. De eerste zarzuela El Laurel de Apolo. werd uitgevoerd in 1657 aan het Spaanse hof.

 

De kwaliteit van de zarzuela was erg hoog. Men wilde minstens het niveau van de Italiaanse opera halen zo niet overstijgen. Typisch voor de zarzuela is de veelzijdigheid van de muziek. Een mlooi voorbeeld is Viento es la dicha de Amor (Wind is de poëzie van de liefde) uit 1743 met muziek van José de Nebra. Het is een mixture van vrije poèzie en proza, opera-aria en koorzang à la Monteverdi, populaire muziek met castagnetten en uitgelezen instrumentale tussenspelen.

 

Na de barok zou de Italiaanse opera de overhand krijgen. Pas in de 19e eeuw zou de zarzuela weer tot bloei komen.

 


José de Nebra
1702-1768

Francesco Araia
1709-1762/1770

De Russische barokopera

In 2014 bracht Cecilia Bartoli als eerste een cd uit met aria's uit Russische barokopera's die aan het hof van St.Petersburg werden uitgevoerd. Ze werden geschreven door Italiaanse componisten. Ook Italiaanse zangers werden geëngageerd.

 

De eerste (Italiaanse) (komische) opera die aan het hof van de tsarina's werd uitgevoerd, was Calandro van Giovanni Alberto Ristori. (Het was ook de eerste opera buffa die in Duitsland werd opgevoerd.) De eerste Russische opera Tsefal i Prokris (fragment) van Francesco Araia verscheen in 1755.

 

 

 


Cecilia Bartoli
1966



© tekst/vormgeving
Ben Verschuren/Carla Gerritzen